Regelmatig terugkerende hoofdpijn, maar ook nek ( met uitstralingspijn in het hoofd)-, schouder ( met uitstralingspijn in de schoudergordel en arm)-, en rugpijn ( met uitstralingspijn in been) zijn veel voorkomende klachten.
Veel mensen hebben zich erbij neergelegd dat er buiten een warm bad nemen of het slikken van een pijnstiller er niet veel aan te doen is. De pijn is vaak niet onderkend door de huisarts of specialist en is ook niet zichtbaar op een foto of een MRI- of CT-scan.
Weinigen weten echter dat deze pijnen kunnen worden veroorzaakt door triggerpoints.
Hoe ontstaan triggerpoints?
Een triggerpoint kan ontstaan door een acute (verkeerde beweging, ongeluk) of chronische (langdurige verkeerde werkhouding) overbelasting. Meestal ontstaan klachten door een samenhang van verschillende factoren. Bijvoorbeeld: een combinatie van overbelasting van de betreffende spier (door werk of trauma etc.) met ongunstige omstandigheden zoals stress, vermoeidheid, slechte voeding, spieren die niet kunnen ontspannen etc. Soms is de oorzaak voor het ontstaan van de klacht voor een patiënt duidelijk (b.v. val van een trap) maar vaak weet men niet precies de oorzaak en zijn de klachten geleidelijk ontstaan en toegenomen.
Twee voorbeelden van triggerpoints
Schouderklachten en myofasciale triggerpoints
Ook bij schouderklachten spelen triggerpoints een grote rol. Veel pijnklachten in het schoudergebied zijn uitstralingsgebieden van triggerpoints. Denk hierbij aan de zgn. RSI of CANS klachten, pijn tussen de schouderbladen, pijn diep in de schouder etc. De afbeelding op deze pagina geeft een voorbeeld van triggerpoints in het schoudergebied met hun uitstralingsgebieden.
Triggerpoints in spieren geven verkortingen in spieren. Doordat spieren verkort zijn, kun je bepaalde bewegingen van de schouder niet goed meer maken. Spieren die verkort zijn, kunnen niet goed kracht leveren. Samenvattend geven triggerpoints pijn, bewegingsbeperkingen en krachtsverlies. Triggerpoints kunnen ook drukken op zenuwen. Daardoor kun je dove of tintelende gevoelens krijgen in arm en/of hand.
Een ander voorbeeld is
De infraspinatus (onderdoornspier)
Triggerpoints in deze spier komen het meest voor bij schouderklachten. Deze spier ligt aan de achterkant van de schouder, maar geeft klachten aan de voorkant van de schouder. De pijn voelt doorgaans alsof hij diep in het gewricht zit. Soms wordt de pijn ook afgeleid naar de nek, binnenkant schouderblad, de onderarm en de hand. Dit stimuleert weer de vorming van triggerpoints in de strekspieren van hand en vingers, waardoor er pijn en andere symptomen in de hand bijkomen.
Als deze spier is aangedaan dan wordt het draaien van de arm moeilijker. Denk hierbij aan de bh los- en vastmaken, jas aan- en uitdoen. Ook het liggen op de schouder is pijnlijk.
Wat zijn de symptomen van triggerpoints?
Afgeleide pijn
Afgeleide pijn is het meest kenmerkende voor een triggerpoint. Simpel gezegd is afgeleide pijn, pijn die je voelt op een andere plaats in het lichaam. Elk triggerpoint heeft zijn eigen kenmerkende uitstralingsgebied. De triggerpoints en hun kenmerkende pijnpatronen zijn in kaart gebracht dankzij het 60 jaar durende pionierswerk van Dr Janet G. Travell (1901-1997). Spanningshoofdpijn, kaakpijn, oorpijn en ischias kunnen uitingen zijn van afgeleide pijn. Pijn in de onderrug kan afkomstig zijn van triggerpoints in de billen, buikspieren en zelfs kuiten
Samendrukken van bloedvaten en zenuwen
De triggerpoints kunnen op zenuwen drukken die in de buurt van het triggerpoint lopen. Dit leidt dan tot abnormale sensaties als verdoofdheid, jeuk, een brandend gevoel en overgevoeligheid in de gebieden die door de zenuw worden bediend. Dit gebeurt het meest in armen en handen. Ook kan een triggerpoint een bloedvat samendrukken.
Autonome effecten
Deze worden veroorzaakt door het autonome zenuwstelsel. Dit zenuwstelsel bestuurt de spieren en de klieren van het spijsverteringsstelsel, de bloedvaten, het hart, het ademhalingssysteem en de huid. Enkele bekende effecten zijn: bloeddoorlopen of heftig tranende ogen, wazig zicht, een hangend ooglid, overmatige speekselvorming, een druipneus en kippenvel.
Problemen met bewegen
Om te bewegen is het nodig dat sommige spieren zich verkorten en dat andere langer worden. Triggerpoints kunnen ervoor zorgen dat een spier beide niet graag doet. Uitrekken en samentrekken van de spier verergert de pijn, waardoor je geneigd bent steeds minder te bewegen. Doordat de aangedane spier steeds minder hoeft te doen, worden andere spieren meer belast. Op die manier ontwikkelen ook die spieren triggerpoints. Hierbij kunnen hele ledematen en soms een hele lichaamszijde betrokken raken.